Iedere streek heeft tradities maar de Camargue heeft een zeer specifieke, die zeer aanleunt bij Spaanse gewoontes - deze van de ‘Courses Camarguaises’. Het zijn niet-bloederige stierengevechten waarbij de typische camargue-stieren noch gekwetst of gedood worden. Deze arena-gevechten zijn een eerbetoon aan deze speciale soort van stieren die een enorme vechtlust hebben en een aanleg hebben om te rennen. Gedurende dit groots volksvermaak volgen de stieren elkaar om het kwartier op in de arena om het ‘gevecht’ aan te gaan met de in het wit geklede ‘roseteurs’. De stieren hebben een stuk rode stof - de ‘kokarde’ - dat met een touw tussen hun horens is vastgebonden. De kunst is nu dat de ‘roseteurs’ die in het bezit zijn van een haak of een ‘raset’ de rode stof tussen de horens proberen te raken. Prijzen zijn er te verdienen bij het bemachtigen van een reepje stof of een kwastje - een ‘gland’ maar de hoofdprijs is voor diegene die de ‘kokarde’ in zijn geheel kan pakken.
Buiten de arena vinden ook nog de jaarlijkse feria’s of stierenfeesten in de dorpen plaats waarbij de stieren in de straten worden losgelaten en de deelnemers zich in veiligheid moeten brengen voor de aanstormende stieren achter natuurijk bestaande beveiligingen of balen stro. De stieren die gebruikt worden voor de straatrennen zijn andere stieren dan deze die gebruikt worden voor de ‘Courses Camarguaises’
Deze volksspelen worden ook wel de ‘Encierro’ genoemd. De horens van de stieren zijn dan beschermd met metalen bollen of lederen kokers en aan dit spektakel nemen geen ruiters deel. Het vindt doorgaans in de namiddag of ’s avonds plaats. ’s Avonds zijn er dan de dorpsfeesten met muziek, Sevilla en Flamenco dansen, paëlla,, tapas, wijn en bier.
Destijds werden de stieren door de ‘gardians’ van de weides naar de arena’s geleid. Deze actie werd de ‘Abrivado’ genoemd. De stieren werden dan losgelaten in een straat van het dorp omringd door de gardianen en jongeren van het dorp probeerden dan de stieren af te leiden om hen te kunnen laten ontsnappen. De gardians kregen alzo de kans om hun behendigheid te paard te tonen om de stieren toch bij elkaar te houden.
Het omgekeerde van deze actie staat de ‘Bandido’ of het terugleiden van de stieren door de ‘gardians’ naar de weide en de kudde in de vooravond na het gevecht. Tegenwoordig gebeurt het transport van de stieren meer en meer met vrachtwagens.
Enkele typische woorden uit de Camargue:
MANADE: een kudde stieren geleid door een ‘gardian’
MANADIER: de manadier is de eigenaar van de ‘manade’.
GARDIAN: een herder of ‘cowboy’ die dagelijks voor de stieren en koeien in de ‘manade’ zorgt.
GARDIANE: een stoofvleespotje, het traditionele gerecht uit de Camargue
COCARDIER: de stieren die typisch zijn aan de Camargue
TRI DE TAUREAU: het sorteren van de stieren wordt uitgevoerd door de cowboys te paard. Het maakt het mogelijk om bepaalde stieren van de kudde te scheiden of te isoleren. Dit proces wordt meestal uitgevoerd om de stieren die aan een race gaan deelnemen te scheiden.
CAMARGUE KRUIS : In opdracht van markies Folco de Baroncelli ontwierp Hermann-Paul, schilder -beeldhouwer, in 1926 het kruis van de Camargue. Het werd gesmeed door Joseph Barbanson van Saintes-Maries-de-la-Mer. Het kruis combineert symbolisch de veehoeders en de vissers, de twee componenten van het ‘volk’ van Saintes-Maries-de-la-Mer. Het kruis, dat rust op een anker en voorzien is van drietanden, geeft uiting aan het gemeenschappelijke geloof van de twee gilden: de liefdadigheid wordt voorgesteld door het centrale hart en de hoop stemt overeen met de drie uiteinden van het kruis die voorzien zijn van drietanden.